Met kind en fiets veilig de straat op? Dat vergt een goede voorbereiding!
Als de fiets een vervoermiddel wordt in plaats van speelgoed, is een goede voorbereiding heel belangrijk om veilig de straat op te kunnen.

Wil je de fiets voor de dagelijkse dingen in het gezinsleven gaan gebruiken? Of ga je binnenkort misschien wel voor het eerst samen met je kind naar school fietsen? Dan zit je hier goed!
In dit beknopte artikel lees je het volgende:
- Hoe je ervoor zorgt dat je kind en de fiets veilig de straat op gaan
- Op welke gevaarlijke situaties je je kind moet voorbereiden
- Hoe je kind het verkeer waarneemt op de fiets
1. Controleer belangrijke onderdelen en stel de fiets af voor je kind
Controleer of het zadel en het stuur zo zijn afgesteld dat je kind met de voeten bij de grond kan en met de hand goed bij de handgrepen van het stuur en de remhendels kan.
We raden aan voor elke fietstocht een >> veiligheidscheck uit te voeren, zeker als jullie niet vaak fietsen, zodat de kinderfiets altijd rijklaar is:
- Zitten alle schroeven en snelspanners goed vast?
- Doen de remmen en de verlichting het?
- Zijn de banden goed opgepompt?
Vraag je je af welke onderdelen je regelmatig moet controleren? Dat lees je in ons >> artikel over hoe je je fiets controleert, dat ook een video met stapsgewijze instructies bevat.
2. Gebruik een verkeersveilige uitrusting
Laat je kind nooit zonder fietshelm op fietsen. Controleer voor elke fietstocht of de helm goed en prettig op het hoofd van je kind zit.
In veel landen geldt bovendien een helmplicht. Informeer naar de wettelijke bepalingen in het land waar je met je kind fietst.
Kinderen vallen vanwege hun kleine lichaam en lagere zit minder op dan volwassenen. Daarom moet je je kind zo zichtbaar mogelijk maken, bijvoorbeeld met opvallende kleding met reflecterende eigenschappen.
’s Avonds zijn naast de voorgeschreven fietsverlichting ook reflectoren op de helm en kleding een verstandige keuze.
Ook een fietsbel is in veel landen verplicht en helpt te voorkomen dat anderen je kind in het verkeer over het hoofd zien.
Neem eens het verkeersreglement van je land door. Daarin lees je hoe je een fiets rijklaar maakt, vanaf wanneer en onder welke omstandigheden je kind alleen mag fietsen en nog veel meer nuttige informatie.
Ben je op zoek naar een geschikte uitrusting voor fietsen in het verkeer? Neem dan eens een kijkje in onze webwinkel voor accessoires.
Om zo ontspannen en veilig mogelijk onderweg te zijn, moet je je kind van tevoren de belangrijkste verkeersregels en -borden uitleggen of, nog beter, moet je veilig gedrag in het verkeer uitgebreid hebben geoefend.
- Belangrijke verkeersborden
De betekenis van bijvoorbeeld het stop- en voorrangsbord heb je zo uitgelegd. Je kind moet dit soort borden dan ook goed kennen en volledig begrijpen. - Zebrapaden
Voetgangers krijgen hier voorrang, dus moet je als fietser op tijd afremmen en, indien nodig, zelfs helemaal stilstaan om ze te laten oversteken. - Uitwijken
Je kind moet zelfstandig om allerlei hindernissen, zoals wegversperringen en geparkeerde auto’s, heen kunnen rijden.
Daarbij is het van groot belang dat je kind op tegemoetkomend verkeer let en links en rechts genoeg afstand bewaart. - Inhalen
Op paden voor voetgangers én fietsers moet je kind voldoende afstand bewaren tot voetgangers en tragere fietsers en medeweggebruikers desgewenst kunnen inhalen of voor ze uitwijken.
Na de theorie komt de praktijk. Het is raadzaam om speelse fietsoefeningen te doen, zodat je kind de verkeersregels door en door leert kennen. Dat is niet alleen leuk, maar ook leerzaam voor jou en je kind.
- Precies remmen: Markeer een punt op de grond waar je kind tot stilstand moet komen.
- Goed beide kanten op kijken: Je kind blijft vóór elk kruispunt staan en roept: “Ik kijk naar links, naar rechts en weer naar links!”
- Over de schouder kijken: Je kind fietst langs je en je houdt een voorwerp omhoog. Vervolgens kijkt je kind over de schouder en probeert ’t het voorwerp te herkennen en te roepen wat het is.
- De fout zoeken: Kruip in de rol van je kind en fiets voorbij terwijl je kind je in het oog houdt. Maak bewust een paar fouten waar je kind je op moet wijzen.
Wees je bewust van je voorbeeldfunctie en laat zien hoe je je in het verkeer moet gedragen. Zeker in nieuwe situaties hebben kinderen een voorbeeld nodig. Daar kunnen ze dan namelijk de kunst bij afkijken.
Je kind moet deze fietstechnieken zo veel mogelijk herhalen, zodat het juiste gedrag een automatisme wordt.
Kies voor de fietsoefeningen een veilige omgeving, weg van het drukke verkeer en andere stressfactoren, waar voldoende plek is voor spelletjes en een parcours. Een binnenplaats, park of woonerf is ideaal.
Vindt je kind de fietstechniekoefeningen erg leuk? >>In dit artikel vind je nog veel meer leuke behendigheidsspelletjes en een video – ideaal om je kind klaar te stomen voor veilige deelname aan het verkeer.
Dat hangt vooral af van waar jullie fietsen en of jullie de route al kennen.
- Aangegeven fietspaden die breed genoeg zijn, zijn ideaal om naast je kind te fietsen. Maar naast elkaar fietsen is niet overal toegestaan. Informeer daarom naar de wettelijke bepalingen in het land waar je met je kind fietst.
- Als je met nog iemand anders fietst, rijden jullie achter elkaar aan met je kind in het midden, dus tussen jou en de ander in. Zo kan je kind zich richten op degene die voorop fietst, terwijl de andere persoon het kind van achteren in de gaten houdt.
Zeker bij de eerste fietstochten met je kind is het fijn om nog iemand anders mee te nemen. - Fiets je alleen met je kind, dan kun je bij bekende routes je kind voorop laten fietsen, met jou in het kielzog, zodat je alles goed in de gaten kunt houden en op tijd aanwijzingen kunt roepen. Op onbekende wegen met veel verkeer is het beter als jij voor je kind fietst.
Als je van plan bent met je kind in het verkeer te gaan fietsen, moet je een route uitkiezen die voor jullie allebei zo veilig en stressvrij mogelijk is: vermijd grote kruispunten en drukke straten en maak indien mogelijk een kleine omweg via rustigere straten en fietspaden.
Ga je voor het eerst met je kind in het verkeer fietsen, dan raden we aan een bekende en niet te lange route te kiezen, zoals de weg naar school.
Over school gesproken: >>Hier vind je tips voor hoe je veilig naar school fietst.
Uiteraard valt niet alles voor te bereiden. Je kind moet dan ook gevaarlijke plekken leren herkennen en weten hoe het in zulke situaties moet handelen. Des te belangrijker is het heel belangrijk om je kind op mogelijke gevaren te wijzen. Denk hierbij aan het volgende:
- Kruispunten
Voordat je kind een kruispunt op fietst, moet het kijken of dat wel veilig kan.
Dat gaat zo: ga langzamer fietsen en rijd zo ver naar het kruispunt toe dat het kruisende verkeer goed te zien is. Blijf staan en laat het tegemoetkomende en kruisende verkeer passeren. Vervolgens mag één voet alvast op de trapper. Is de kust veilig? Dan kan je kind door naar het volgende kruispunt.
Pas op voor voertuigen die rechts afslaan!
Ga er nooit zomaar van uit dat een afslaande bestuurder je heeft gezien. Je kunt zien of een voertuig naar rechts gaat afslaan aan het knipperlicht of een vertraging van de rijsnelheid. Bij twijfel kun je het recht op voorrang beter ongebruikt laten en even blijven staan.
- Opritten
Opritten zijn meestal niet goed te zien. Zeker kinderen, met hun kleine lichaam, hebben er slecht zicht op.
Dus het plan de campagne is dan ook: verlaag de snelheid op tijd en controleer door even naar links en naar rechts te kijken of iemand een oprit op of af wil rijden.
Zo ja: maak oogcontact en blijf eventueel staan. Is de kust veilig, dan kan je kind doorfietsen.
- Geparkeerde auto’s
Een openzwaaiende autodeur kan voor fietsers veel gevaar opleveren. Let erop dat je kind, indien mogelijk, ten minste een meter afstand tot geparkeerde auto’s bewaart.
Tussen geparkeerde auto’s door de straat op fietsen is natuurlijk helemaal uit den boze.
Kinderen verschijnen dan namelijk plotseling weer op de rijbaan, vaak zonder dat ze hebben kunnen kijken of er van achteren een voertuig nadert. Oefen met je kind om zo recht mogelijk vooruit te fietsen.
- Stoepranden
Als je kind te dicht langs een stoeprand fietst, kan het pedaal tegen de stoeprand schrapen. Let er daarom op dat je kind ongeveer een meter afstand tot de stoeprand bewaart.
- Dode hoeken
Ieder voertuig heeft een zogeheten dode hoek, waar de bestuurder geen zicht op heeft. Hoe groter het voertuig, des te groter de dode hoek.
Zo houd je je kind veilig: bewaar voldoende afstand tot het voertuig. Ga bij een kruispunt of stoplicht nooit direct rechts naast of voor een voertuig staan, maar blijf er op voldoende afstand achter wachten.
- Tramrails
Vermijd met je kind over het algemeen wegen met weinig afstand tussen de stoep en geparkeerde auto’s en tramrails. Je moet het oversteken van een weg met tramrails ook goed oefenen.
Je kind kan het beste in een niet al te scherpe hoek tussen de 45 en 90 graden oversteken.
Om zich veilig in het verkeer te begeven, moet je kind niet alleen goed kunnen omgaan met de fiets, maar heeft het ook een aantal vaardigheden nodig die het pas na een aantal jaar en door ervaring opdoet.
Overschat je kind daarom nooit. Sta er terdege bij stil dat het, afhankelijk van leeftijd en ontwikkelingsfase, de omgeving anders waarneemt en op andere dingen let dan een volwassene dat doet.
- Niet voldoende overzicht
Omdat kinderen kleiner zijn en lager zitten dan volwassenen, kunnen ze veel situaties in het verkeer nog niet overzien. Bovendien zijn er gewoon meer obstakels die hun het zicht belemmeren.
- Kinderen zien en horen anders
Pas vanaf de leeftijd van negen jaar kunnen kinderen afstand en snelheid goed inschatten. Daarnaast hebben kinderen eigenlijk een soort tunnelvisie: tot hun twaalfde hebben ze een bijzonder nauw blikveld.
Een grote auto lijkt voor je kind daardoor dichterbij te zijn dan een kleine en je kind ziet een vanaf links of rechts naderend voertuig bovendien veel slechter dan jij.
Daarnaast kunnen kinderen pas vanaf zeven jaar verschillende geluiden van elkaar onderscheiden en mogelijke gevaren uit elkaar houden. Een auto met luide motor lijkt voor je kind daardoor sneller te rijden dan een auto die minder geluid veroorzaakt.
- Gemakkelijk afgeleid
Vanaf de leeftijd van zes jaar kunnen kinderen hun aandacht bewust sturen. Toch zijn ze dan nog altijd gemakkelijk afgeleid, bijvoorbeeld als er een hond langsloopt.
Pas vanaf hun achtste kunnen kinderen langere tijd de aandacht op iets vestigen. Vanaf dat moment kun je bijvoorbeeld samen naar school fietsen.
- Logisch redeneren
Tot aan het zevende levensjaar hebben kinderen een egocentrisch wereldbeeld. Zien ze een auto, dan gaan ze er meteen van uit dat de bestuurder hén ook heeft gezien.
- Reactietijd
Vijfjarigen hebben een dubbel zo lange reactietijd als volwassenen. Pas in de puberteit begint de reactietijd die van een volwassene te gelijken.
- Risicobewustzijn
Kinderen kunnen nog geen rationele beslissingen nemen. Ze kiezen bijvoorbeeld eerder voor de kortste weg dan voor de veiligste.
Pas vanaf vijf jaar beginnen ze zich bewust te worden van gevaren in het algemeen en dan duurt het nog een paar jaar voordat kinderen echt gevaren kunnen herkennen.
Toch duurt het vanaf dat moment nog lang voordat ze gevaarlijke situaties kunnen vermijden en juist kunnen handelen.