Spring til hovedindhold

NU NIEUW: De woom EXPLORE voor kinderen van 6 tot 14 jaar – ontdek ’m hier!

Producten

Je fiets controleren in 6 stappen

Wij leggen je uit hoe je je woom-fiets goed onderhoudt, waar je daarbij op moet letten en welke onderdelen je regelmatig moet controleren om zeker te weten dat je kind veilig op de fiets zit.

Sarah Schwarz,
5-6-2023

Eerst even een belangrijke mededeling over veiligheid. Je kind is waarschijnlijk niet zelf in staat om mankementen te herkennen en jou, als ouder, daarover te informeren. Om je woom-fiets rijklaar te houden en je kind veilig te laten fietsen, raden we je aan de fiets regelmatig zelf even te controleren en belangrijk onderhoud door een fietsenmaker laten doen. Hoe vaak je de fiets moet onderhouden, lees je in de gebruikshandleiding van je woom-fiets.

Stap 1: schoonmaken

Op een schone fiets is het leuker fietsen en zie je beter of bepaalde onderdelen defect of versleten zijn. Maak de fiets alleen niet met een hogedrukreiniger schoon, want dan pers je water in de lagers.

Een poetsdoek, een spons en wat milde zeep zijn meer dan genoeg. Het fijnere poetswerk, zoals bij de remblokjes, kun je met een oude tandenborstel doen. Spoel de fiets vervolgens af met water en wrijf 'm droog met een doek.

Ga je een elektrische fiets schoonmaken, vergeet dan niet eerst even de accu te verwijderen. Ook eventuele displays kun je het beste weghalen of goed afdekken. De accu en de accubeugel kun je met een vochtige doek afnemen en daarna goed afdrogen. Controleer ook of alle elektronische aansluitingen glanzend schoon zijn. Zo niet, maak ze dan met een fijne doek schoon, zodat er geen stof en vuil meer op zit.


Stap 2: ketting reinigen en oliën

Van vocht en/of strooizout kan een ketting gaan roesten. Maar geen nood: met een beetje kettingolie komt het helemaal goed.

Tip:

Ook 's zomers kan de ketting wat liefde gebruiken. Maak 'm dan af en toe schoon en doe er een drupje olie op.

Dat doe je zo: pak een droge doek en haal de ketting daar een paar keer doorheen om vet en vuil weg te halen. Spuit wat olie gelijkmatig over de gehele ketting en verwijder overtollige olie met een doek.


Heel handig: de woom ORIGINAL 2 en 3 hebben een gesloten kettingkast (modellen vanaf november 2020) of een Hebie-kettingkast (modellen van voor november 2020), waardoor de ketting extra goed wordt beschermd tegen vuil. Het blijft echter raadzaam om van tijd tot tijd even te kijken of de ketting vuil is of een drupje olie kan gebruiken.

Wil je de ketting met olie smeren, dan moet je het voorste en achterste kunststof onderdeel van de kettingkast verwijderen. Hoe je dat doet, zie je in deze video's:

Je kunt dan meteen vanaf de bovenkant een paar druppeltjes olie op de onderste ketting doen, in de opening tussen de kettingkastclip en het binnenwerk.


Stap 3: schroeven goed vast?

Ook al ziet de fiets er op het oog helemaal rijklaar uit, toch moet je minstens één keer per maand even controleren of alle schroeven en snelspanners nog goed vastzitten. Bij de volgende onderdelen is het voor een veilige fietstocht extra belangrijk dat de schroeven goed vastzitten:

Tip:

In de gebruiksaanwijzing van je woom-fiets staat niet alleen praktische verzorgings- en onderhoudsinformatie, maar vind je ook alle draaimomenten voor de schroefverbindingen van de woom-fiets. Overigens: in je gereedschapskist mag natuurlijk geen momentsleutel ontbreken.

1. Alle onderdelen van de stuurinrichting (het stuur zelf, de voorbouw en het balhoofd) moeten goed aan elkaar vastzitten.

  • Controleer ook de klemschroeven waarmee het stuur en de vorkbuis aan elkaar vastzitten. Als deze schroeven te los komen te zitten, wordt de fiets onbestuurbaar.
  • Controleer de binnenzeskantschroeven waarmee het stuur aan de voorbouw vastzit en draai ze indien nodig met het juiste draaimoment vast. Je weet dan zeker dat het stuur goed aan de voorbouw vastzit.

2. De wielen moeten goed vast en recht in de vork en het frame zitten. Afhankelijk van het precieze model van je fiets moet je de snelspanner met de hand of de asschroeven met een binnenzeskantsleutel vastmaken.

Let op: de snelspanhendel mag absoluut niet naar voren uitsteken, omdat er anders gemakkelijk takken of andere voorwerpen aan kunnen blijven haken.

3. Ook de pedalen verdienen aandacht. Controleer ze naar behoefte en sowieso na elke 200 kilometer. De binnenzeskantschroef waarmee de pedalen vastzitten, vind je aan de binnenkant van de crank. Het linkerpedaal draai je met de klok mee vast en tegen de klok in los. Bij het rechterpedaal werkt het precies anderson: dat draai je met de klok mee juist los en tegen de klok in vast.

4. Controleer ook of de zadelpenklem nog goed vastzit. Afhankelijk van het model moet je de zadelpenklem met een zadelklemschroef (en dus met een binnenzeskantsleutel) verstellen of met een snelspanner voor de zadelpen, waarbij je geen gereedschap nodig hebt.

  • Je kunt als je toch bezig bent meteen de zadelhoogte controleren en verstellen, zeker als je kind een groeispurt heeft doorgemaakt. Verstel hem alleen niet te veel in één keer. Zeker na een langere fietsloze periode kun je het zadel beter eerst zo verstellen dat je kind goed met de voeten bij de grond kan. Zodra je kind zich weer helemaal vertrouwd voelt op de fiets, kun je het zadel een stukje omhoog zetten.


Tip:

In de gebruiksaanwijzing van je woom-fiets staat niet alleen praktische verzorgings- en onderhoudsinformatie, maar vind je ook alle draaimomenten voor de schroefverbindingen van de woom-fiets. Overigens: in je gereedschapskist mag natuurlijk geen momentsleutel ontbreken.

Stap 4: remmen controleren

Controleer regelmatig de remmen.

  • Knijp de linker- en de rechterrem om en om in. Let daarbij op of je voldoende weerstand voelt.
  • Controleer vervolgens of de beide wielen daadwerkelijk stoppen met draaien als je in de remhendel knijpt.

Merk je dat de remmen niet helemaal vlekkeloos werken? Dan mag je je kind absoluut niet op de fiets laten rijden. Laat de fiets in plaats daarvan controleren door een fietsenmaker.

Met het juiste gereedschap en wat ervaring kun je kleine mankementen ook zelf verhelpen:

Onze woom ORIGINAL-fietsen zijn voorzien van sterke V-remmen, die voor kinderen precies de juiste hoeveelheid remkracht leveren.

  • Slijten de remblokjes bij de velg, dan kun je de rem gemakkelijk verstellen door de twee stelschroeven aan te draaien. In deze video zie je stap voor stap hoe je dat doet.
  • Je ziet of de remblokjes versleten zijn aan de WEAR LINE (zie foto). Zijn de ribbels op de remblokken niet meer goed zichtbaar, dan moet je ze gaan vervangen.
  • Soms krijgen ook de remkabels het zwaar te verduren en beginnen die te roesten. In dat geval kun je een beetje teflonspray (te koop bij de bouwmarkt) in de uiteinden van de remkabelbekleding spuiten. Dan kan de remkabel zelf weer soepel door de bekleding bewegen.
  • Ten slotte kun je nog de binnenzeskantschroef aan de remarmen controleren en indien nodig aandraaien. Zijn de remblokjes licht versleten, dan kun je ze met de stelschroef bij de remhendel dichter op de velg krijgen. Daarna kan je kind weer optimaal remmen.

De woom OFF, woom OFF AIR, woom UP en woom NOW zijn voorzien van schrijfremmen:

  • Zit er nog minder dan 0,5 mm op de remblokjes, dan moeten ze worden vervangen. Hoe je dat aanpakt, leggen we uit in deze video. Je moet wel weten wat je doet en handig met fietsen zijn. Daarom raden we je bij twijfel aan om de remmen door een fietsenmaker te laten onderhouden.
  • Als de remblokken bij de remschijf slijten, dan moet je de remklauw opnieuw afstellen. Daarvoor de draai je de schroeven van de remklauw los, waarna je de remklauw zodanig afstelt dat de schijf precies door het midden van de remblokjes loopt. Idealiter is de afstand tussen het blokje en de remschijf aan beide kanten precies even groot. Heb je de remmen afgesteld, dan draai je de schroeven met behulp van een momentsleutel weer vast op 5 Nm.

Let op: probeer de remmen na een afstelbeurt altijd eerst zelf uit voordat je je kind op de fiets laat. Houd er rekening mee dat nieuwe remblokjes altijd eerst even moeten inslijten. Dat gaat zo:

  1. Maak redelijk wat vaart.
  2. Knijp vervolgens om en om met redelijk wat kracht in de voor- en achterrem, totdat je stilstaat.
  3. Na een paar keer merk je dat de remkracht flink toeneemt.
  4. Zodra de remkracht niet meer toeneemt, zijn de remmen mooi ingesleten.


Stap 5: de banden oppompen

Natuurlijk mag de spanning van de voor- en achterband niet in dit lijstje ontbreken. Zachte banden hoeven zeker niet het gevolg van een gat of defect ventiel te zijn. Dat de luchtdruk na een aantal weken afneemt, is juist heel normaal. Daarom moet je de bandenspanning regelmatig (minimaal één keer per maand) controleren.

Tip:

Belangrijk: bij bandenspanning is er niet één ideale luchtdrukwaarde. Hoeveel lucht er in de banden moet, hangt af van het lichaamsgewicht en de omstandigheden waarin je fietst.

Op de zijkant van de buitenband staat de aanbevolen luchtdruk. Houd je daaraan – de druk mag niet hoger of lager zijn. Gebruik je een fietspomp met luchtdrukmeter, dan kun je de band dus heel precies op spanning krijgen. Bij pompen zonder zo'n meter houd je rekening met het volgende:

  • Voor weinig rolweerstand moet de luchtdruk hoog zijn. Je kind kan dan bijvoorbeeld moeiteloos over asfalt fietsen.
  • Voor onverharde wegen moet de luchtdruk echter wat lager zijn, het liefst net boven de aangegeven minimumluchtdruk. De banden zijn dan wat schokabsorberender, wat fijner fietst.

Over banden gesproken … Kijk regelmatig even of er scheuren in zitten, of er kleine voorwerpen in zijn blijven steken en of het profiel nog diep genoeg is.



Stap 6: het schakelmechanisme (voor de liefhebber)

Zodra je kind een woom-fiets met schakelmechanisme heeft, moet je dit mechanisme regelmatig controleren. Anders kan de ketting slijten of kan de fiets onbedoeld vanzelf gaan schakelen.

Hieronder beschrijven we hoe je het schakelmechanisme goed afstelt. Je moet daarvoor wel over veel verstand van fietsen beschikken. Als je niet zo vaak aan je eigen fiets of die van je kind sleutelt, kun je het beste even langs de fietsenmaker om het schakelmechanisme goed te laten afstellen.

Je kunt de derailleur perfect afstellen met behulp van drie schroeven. Eerst moet je de aanslagen van de derailleur controleren:

  • Om de onderste aanslag te controleren, schakel je naar het kleinste tandwiel. Het derailleurwieltje moet recht onder het kleinste tandwiel zitten. Is dat niet het geval, dan moet je de H-schroef aandraaien.
  • Om de bovenste aanslag af te stellen, schakel je naar het grootste tandwiel. Als het derailleurwieltje niet precies onder het grootste tandwiel zit, moet je de L-schroef aandraaien.


In welke richting, vraag je je af? Draai je de H-schroef met de klok mee, dan verplaatst het derailleurwieltje zich naar links, richting het wiel. Draai je de H-schroef tegen de klok in, dan verplaatst het derailleurwieltje zich naar rechts, van het wiel weg. Bij de L-schroef gaat dat precies andersom.

Met behulp van de stelbout van de schakelhendel (die zit op de plek waar de kabel bij het stuur het schakelmechanisme in verdwijnt) kun je de spanning van de versnellingskabel aanpassen.

  • Als je schakelt en de ketting vervolgens niet naar het volgende grotere tandwiel verspringt, dan moet je de kabelspanning van de versnelling verhogen door de stelbout tegen de klok in aan te draaien.
  • Slaat de ketting juist meerdere tandwielen over, dan moet je de stelbout met de klok mee aandraaien, waardoor de spanning op de kabel afneemt.
Tip:

Draai dit soort schroeven altijd met een kleine slag aan, zodat je ze precies strak genoeg ingedraaid krijgt.


Heb je alle punten nagelopen? Dan kan het avontuur beginnen!

Heb je verder nog vragen over het onderhoud van je woom-fiets, stuur dan even een berichtje naar onze klantenservice.



Op zoek naar nog meer avontuur en insidertips?