“Kijk uit voor de haaien!”
Tips om te leren fietsen van Sylvia Bergmann, buitenpedagoge, fietsinstructeur en moeder van twee.
Wat is de beste leeftijd voor mijn kind om een loopfiets te krijgen? Hoe weet ik wanneer mijn kind klaar is om te leren fietsen? Hoe zorg ik ervoor dat mijn kind het fietsen goed onder de knie krijgt?
Veel ouders stellen zichzelf deze vragen, en terecht. Het juiste moment is namelijk allesbepalend om frustratie te voorkomen.
Sylvia Bergmann is buitenpedagoge, fietsinstructeur, skicoach voor de Oostenrijkse skivereniging, skileraar en moeder van twee. De vraag wanneer het juiste moment is om te leren fietsen, was voor haar zowel in haar werk als in haar privéleven relevant.
Maar hoe ze hier tegenaan kijkt, is in de loop van de jaren veranderd:
“Toen ik net begon als skicoach, dacht ik nog dat sportlessen pas echt nut hadden bij kinderen vanaf vijf jaar. Maar mijn jongste zoon liet zien dat dat niet klopte”, vertelt Sylvia.
Haar zoon bleek talent te hebben en was een kleine waaghals:
“Twee weken vóór zijn tweede verjaardag liet hij mijn man en mij weten dat hij wilde leren skieën. Toen kon hij nog niet eens echt praten.”
En hij begon al net zo snel met fietsen.
“Door hem besefte ik dat sommige kinderen al op hele jonge leeftijd klaar kunnen zijn om te sporten en sportlessen te volgen.”
Sindsdien kiest Sylvia voor een individuele aanpak.
“Het juiste moment hangt altijd van het kind zelf af. Sommige kinderen fietsen met twee jaar al op een loopfiets en zijn met vier jaar klaar op om een fiets met pedalen over te stappen. Andere kinderen tonen pas veel later interesse.
Als ouders moet je gewoon naar je kind kijken. Als je kind de belangrijkste motorische vaardigheden heeft en interesse toont, kun je vragen of het eens een loopfiets en later een fiets met pedalen wil uitproberen.
Zo kiest je kind zelf of het eens een poging wil wagen, of liever toch nog even wacht.”
Het juiste moment om te leren fietsen, verschilt per kind. Kijk naar je kind. Denk je dat het er klaar voor is? Vraag dan eens of het een loopfiets of fiets met pedalen wil uitproberen.
Kinderen moeten er fysiek klaar voor zijn om te fietsen. Volgens Sylvia voelen ze zich anders compleet overweldigd, waardoor ze verkrampen en soms zelfs even helemaal niks meer met een fiets te maken willen hebben.
Om dat te voorkomen, is het belangrijk je kind te helpen een paar motorische vaardigheden onder de knie te krijgen.
“Bewegingen dicht bij de grond zijn heel belangrijk voor kinderen omdat ze daardoor leren hun evenwicht te bewaren, iets wat voor fietsen een must is”, zegt Sylvia.
Voordat kinderen beginnen met fietsen op een loopfiets, moeten ze de volgende vaardigheden hebben:
- tijgeren
- kruipen
- goed lopen
- evenwicht bewaren
Maar er zijn ook bewegingen zonder contact met de vloer die kunnen helpen bij het fietsen op een loopfiets.
Bijvoorbeeld:
- klimmen
- schommelen
Als kinderen in Sylvia's loopfietslessen problemen met hun evenwicht hebben, moedigt ze ze aan om eerst al deze vaardigheden onder de knie te krijgen. Daarna hebben kinderen meer zelfvertrouwen en ook meer plezier.
Kinderen die goed op een loopfiets kunnen fietsen, vinden het later veel makkelijker om de overstap te maken naar een gewone fiets, omdat ze met de loopfiets motorische vaardigheden leren die nodig zijn om te kunnen fietsen.
Deze overgang is hoe dan ook een hele stap, en Sylvia vindt het daarom heel belangrijk dat kinderen zich niet overweldigd voelen:
“In een van mijn lessen vroeg een vijfjarige mij laatst of hij in plaats van op een fiets met pedalen, ook weer op een loopfiets mocht fietsen. Natuurlijk mocht hij dat. Dat is helemaal niet erg. Als kinderen zich veiliger voelen als ze met beide voeten op de grond staan, mogen ze rustig verder oefenen op hun loopfiets. Dan maken ze gewoon wat later de overstap naar een gewone fiets.”
Als kinderen goed kunnen lopen, zijn ze klaar voor een loopfiets. Op een loopfiets leren ze spelenderwijs de vaardigheden die ook belangrijk zijn om te leren fietsen.
Uit ervaring weet Sylvia dat kinderen het best leren fietsen als ze plezier hebben. Hoge verwachtingen en hard trainen werken juist contraproductief.
Een bepaalde basisinteresse helpt daarbij zeker mee. Maar de interesse hoeft niet pas te ontstaan als ze zelf een fiets gaan uitproberen. Ouders kunnen al interesse wekken voor het fietsen voordat hun kind de eerste loopfiets gaat uitproberen.
Sylvia legt uit hoe je dat kunt doen:
“Het eerste moment waarop kinderen met fietsen in aanraking komen, is door naar anderen te kijken. Als je kind geen oudere broers of zussen heeft, kun je hem of haar bijvoorbeeld meenemen naar een park, waar grotere kinderen op hun loopfietsen en gewone fietsen rondrijden. Of neem je kind van kleins af aan mee op de fiets in een kinderzitje of fietskar. Het belangrijkste is dat je kind zelf ziet hoe leuk fietsen kan zijn.”
Als jarenlange instructeur heeft Sylvia nog eenhandige tip:
“Probeer je kind niet te veel uit te leggen. Als ik de kinderen in mijn fietslessen leer hoe ze bochten moeten nemen, vertel ik ze niet welke bewegingen ze moeten maken. In plaats daarvan zeg ik ze dat we rond een haai moeten zwemmen die ik met stoepkrijt op de grond heb getekend. De fantasie van kinderen motiveert ze dan om bochten op de juiste manier te nemen.”
Waar je als ouders ook rekening mee moet houden, is het karakter van je kind.
“Sommige kinderen zijn voorzichtiger, en anderen durven juist meer aan. Ze leren allemaal op hun eigen tempo fietsen. En zo hoort het ook.”
Wek de interesse van je kind door naar andere kinderen te kijken die op hun loopfiets of fiets met pedalen fietsen. Leer ze op hun eigen tempo fietsen en overweldig ze niet met een ellenlange uitleg. Dan zullen ze zelf merken hoe leuk het is.
“Ik zie telkens weer hoe belangrijk het is om de juiste fiets te kiezen”, zegt Sylvia.
“Hoogwaardige kinderfietsen zoals de fietsen van woom, maken leren fietsen makkelijker en leuker en zorgen ervoor dat kinderen sneller vooruitgaan.“ (Leuk om te horen – bedankt voor het compliment, Sylvia 😊!)
Maar niet alleen een hoogwaardige fiets, maar ook de maat is heel belangrijk:
“Ik raad altijd een goed passende fiets aan. Als hij te groot is, vinden kinderen fietsen onnodig moeilijk en hebben ze al snel geen zin meer om te fietsen“, zegt Sylvia.
“Natuurlijk moeten ook merkfietsen altijd individueel aan de lengte van je kind worden aangepast. En ze moeten natuurlijk op hun vaardigheidsniveau zijn afgestemd“, zegt Sylvia verder.
“Bij loopfietsen zet ik het zadel in het begin altijd in de laagste stand. Zo kunnen kinderen hun voeten stevig op de grond neerzetten, wat ze meer zelfvertrouwen geeft. Na een tijdje zet ik het zadel iets hoger, zodat de kinderen het verschil niet eens merken.“
Op een lichte en veilig ontworpen kinderfiets leren kinderen sneller fietsen.
Als ouders helpt het vaak niet om te hoge doelen te stellen. Dat geldt vooral voor gezamenlijke fietstochten: meer kilometers betekenen niet automatisch dat je kind meer plezier heeft en beter leert fietsen.
Integendeel zelfs.
Kleine kinderen willen afwisseling en hebben dit ook nodig. Ze willen iets beleven, zich uitleven en hun omgeving ontdekken.
Onderweg even stoppen en >>leuke spelletjes tussendoor waarbij kinderen verschillende bewegingen kunnen uitproberen en oefenen, horen ook zeker bij leren fietsen.
“Het klinkt misschien een beetje tegenstrijdig, maar in mijn fietslessen gaat het niet per se om het fietsen zelf”, zegt Sylvia.
“Voor mij gaat het allemaal om de kinderen. Vaak klampen jongere kinderen zich nog aan mama of papa vast. Dan loop ik naar ze toe, ga op mijn knieën zitten om ze in de ogen te kunnen kijken en vraag ze of het ze leuk lijkt om plezier te hebben. Het is ook belangrijk dat kinderen zich welkom voelen. Zo leren ze het best.”
Afwisselende avonturen maken indruk op kinderen en vormen zo de basis voor een levenslange liefde voor fietsen.
Om goed te leren fietsen, heb je geen pumptrack nodig, vindt Sylvia:
“Alles wat kinderen nodig hebben, is een geschikte omgeving waar ze zich kunnen uitleven. Ouders kunnen met dingen die ze standaard in huis hebben, al leuke oefeningen voor hun fietsfanaten voorbereiden.”
Hierbij kun je denken aan:
- stoepkrijt
- touw
Met stoepkrijt tekent Sylvia in haar lessen afhankelijk van het seizoen verschillende symbolen op de grond, zoals een kikkerpoel, bloemen, bomen of haaien. De kinderen moeten dan om de kikkers of haaien heen 'zwemmen' of van alle kanten aan de bloemen 'ruiken' om te oefenen met bochten nemen.
Als ze dan bochten nemen door een veld vol gekrijte bloemen, leren ze heel intuïtief hoe ze moeten slalommen.
“Daarbij leg ik de kinderen het slalommen natuurlijk niet uit door technische begrippen te gebruiken, maar blijf gewoon bij de bloemen en hoe ze erlangs komen”, zegt Sylvia. “Ze kijken dan meteen de goede kant op.”
Met een stuk touw kun je oefenen op precies remmen.
Daarvoor legt Sylvia het stuk touw in de vorm van een slang op de grond. “De kinderen moeten vóór de slang tot stilstand komen, anders worden ze gebeten.”
Er zijn ook goede oefeningen waar geen hulpmiddelen voor nodig zijn:
“Zo speel ik bijvoorbeeld politieagente en geef tekens met mijn hand. Afhankelijk van het teken moeten de kinderen dan bepaalde dingen doen, waaronder remmen. Dat vinden ze heel leuk om te doen.”
In haar lessen vindt Sylvia het heel belangrijk dat de kinderen de oefeningen langzaam doen.
“Het is natuurlijk makkelijker om de fiets in balans te houden als ze op snelheid zijn, maar bij mij leren de kinderen in slakkentempo met de juiste techniek te rijden. Snel zijn kunnen ze dan bij hun ouders”, lacht ze.
Bij oefeningen voor kinderen moet een lastige, technische uitleg worden vermeden. Daarom kun je er het best een spannend verhaal aan koppelen.
Een paar jaar geleden heeft Sylvia het kinderboek ‘How Oscar became the Knight of Cycling’ van woom ontdekt. In het verhaal krijgt de kleine Oscar voor zijn vierde verjaardag een fiets cadeau en leert erop te fietsen.
Aan het einde van het verhaal wordt Oscar tot pedaalridder geslagen.
Sylvia vond het boek geweldig. Zo besloot ze meteen haar lessen hierop te baseren en het boek aan het einde van de lessen aan de kinderen cadeau te doen.
Maar niet voordat alle kinderen die de lessen hebben afgerond, eerst tot pedaalridder worden geslagen.
“Oscar is voor kinderen echt iemand waar ze zich in kunnen inleven. Vooral verlegen kinderen zijn echt trots als ze net als Oscar tot ridder worden geslagen. Ze staan boven me op een grote steen, stralen van oor tot oor en genieten van het moment.”
Sylvia vindt het helemaal niet erg als de kinderen hierna weer overstappen op een loopfiets.
“Op dat moment zijn de kinderen echt een pedaalridder voor mij. Ze mogen met volle teugen van hun succes genieten. En als ze zich daarna toch zekerder voelen op een loopfiets dan op een fiets met pedalen, is dat ook oké. Na een tijdje maken ze vast en zeker de overstap.”
Het beste van het boek zijn volgens Sylvia de stickers die erin zitten:
“De kinderen plakken ze dan op hun fiets, wat ze extra motiveert. De ridder met lans vinden ze het leukst.”
Sylvia heeft al veel gedaan in haar leven. Ze was kleuterjuf en leerkracht in het buitengewoon onderwijs, maar geeft ook verschillende ski- en mountainbikelessen.
Verder is ze sinds 2011 buitenpedagoge. Daarbij stond het werken met kinderen altijd centraal:
“Ik werk al sinds mijn vijftiende met kinderen. Ze helpen uit te vinden waar ze echt goed in zijn en ze aan te moedigen alles eruit te halen wat erin zit, is echt iets waar ik voldoening uit haal. Ik heb wel wat uitstapjes gemaakt, maar ben steeds weer teruggekeerd naar dit prachtige werk en de uitdagingen die het telkens met zich meebrengt.”
Haar huidige baan als fietsinstructeur bevalt haar bijzonder goed:
“Hier komt alles samen wat ik leuk vind: het werken met kinderen, actief zijn en buiten in de natuur zijn.“
In haar werk laat ze zich leiden door een filosofie waarbij waardering voor het kind centraal staat:
“Natuurlijk moet je soms ook weleens streng zijn. Maar je moet je vooral in kinderen kunnen verplaatsen en aanvoelen wat ze nodig hebben. Ik zie het als een privilege om ze te begeleiden in hun ontwikkeling en ze te helpen uit te vinden waar ze goed in zijn.“
Als fietsinstructeur weet Sylvia goed waar 2- tot 12-jarigen behoefte aan hebben:
“Van twee tot vier jaar zijn kinderen heel onrustig. Ze hebben voortdurend afwisseling nodig en willen spannende verhalen horen. Met vijf en zes jaar worden ze gemotiveerder en kunnen ze een uur lang bij de les blijven. Vanaf zeven jaar gaan ze zich meer van hun ouders afzetten en wordt de prestatiedrang groter.“
Hier nog eens alle tips van fietsinstructeur Sylvia Bergmann op een rijtje:
Hoe je je kind enthousiast maakt om te gaan fietsen:
- Neem je kind mee naar het park om te kijken naar andere kinderen die op hun loopfiets en fiets met pedalen fietsen.
- Geef het goede voorbeeld en gebruik je fiets in het dagelijks leven.
- Gebruik een kinderzitje of fietskar, zodat je kind van kleins af aan meekrijgt hoe leuk fietsen is.
- Geef je kind een hoogwaardige fiets, zoals een woom ORIGINAL, zodat het snel vooruit kan komen.
- Zorg ervoor dat je kind geen druk of stress ervaart – laat kinderen zelf hun leertempo bepalen.
Hoe je je kind helpt bij de overgang van een loopfiets naar de eerste fiets:
- Bied je kind de fiets aan als het helemaal aan de loopfiets is gewend en er zelfverzekerd op rijdt.
- Stel de fiets perfect op je kind af en let erop dat hij niet te groot is.
- Vind je kind het lastig om op de fiets het evenwicht te bewaren? Laat het dan weer een loopfiets gebruiken. Bij woom vind je bijvoorbeeld de woom ORIGINAL 1 PLUS, die ook heel geschikt is voor kinderen die hun loopfiets nog langer gebruiken.
- Laat je kind zich veilig voelen door naast hem of haar te lopen en met je handen licht te ondersteunen.
- Laat je kind zo mogelijk fietslessen nemen, zodat het spelenderwijs met andere kinderen in een groep kan oefenen.
Hoe je je kind kan helpen te leren fietsen:
- Leg je kind uit hoe een fiets werkt (stuur, aandrijving, remhendel, schakelmechanisme) en wordt onderhouden (banden oppompen, remmen controleren, schroeven vastdraaien).
- Laat je kind spelenderwijs kennismaken met fietsen met alle zintuigen: een helling af sjezen en rechts en links afslaan.
- Kies de juiste uitrusting voor je kind – helm en vingerhandschoenen zijn onmisbaar.
- Teken met stoepkrijt symbolen op de grond en stuur je kind op fietsavontuur door hem of haar rond de tekeningen te laten fietsen.
- Maak met je kind een kleine en afwisselende fietstocht die leuk is voor jullie allebei.
Introductie: Sylvia Bergmann
Sylvia Bergmann is buitenpedagoge en fietsinstructeur voor 2- tot 12-jarigen. Ze heeft twee zoons van 4 en 7 jaar en woont met haar gezin in de Dolomieten in Zuid-Tirol.