Spring til hovedindhold

NU NIEUW: De woom EXPLORE voor kinderen van 6 tot 14 jaar – ontdek ’m hier!

Leren fietsen

Soepel de paden op en de lanen in: de fijne kneepjes van het fietsen

Daniela Rodriguez Bonelli,
4-5-2023

Ze kunnen steeds verder. Ze gaan niet meer alleen maar rechtdoor, maar ook bergop, met tegenwind de bocht in en lekker lang eropuit. Kinderen springen zo op het zadel en laten zich steeds meer door hun nieuwsgierigheid leiden. Eén versnelling is inmiddels niet meer voldoende: dat moeten er meer worden! Op een fiets van woom leert je kind moeiteloos en snel schakelen. Zo kan je kind verder met het volgende hoofdstuk: obstakels in de natuur en het verkeer veilig overwinnen.

Fietsen als een pro. Of je kind nu op weg is naar school, de sportclub of naar speelkameraadjes. Met een fiets ben je mobiel. Adam Opel wist het al: "Geen enkele andere uitvinding weet het nuttige zo goed met het aangename te verweven als de fiets." Om fietsen zo aangenaam mogelijk te houden, loont het de moeite om regelmatig iets nieuws te proberen of een oude vaardigheid nog wat aan te scherpen. En ja, zo'n herhalingsoefening mag ook als ze eigenlijk al lang en breed weten hoe het moet.


Schakelen

Wie goed kan schakelen, profiteert van onderdelen die langer meegaan en hoeft minder kracht te zetten. Het handigste is om je kind te leren op commando te kunnen schakelen – en dan het liefst met zo min mogelijk schakelgeluid.

Tip:

#1: je kunt de eerste schakelpogingen het beste op een niet-hellende ondergrond doen. Leg je kind uit dat het even niet moet trappen, bij het handvat moet draaien en pas daarna weer rustig verder kan trappen. Leer het je kind spelenderwijs. Tempo maken, een versnelling omhoog – vaart minderen, een versnelling omlaag.

Tip:

#2: wil je je kind stil leren schakelen, ga dan op zoek naar een lichte heuvel of helling. Moedig het aan om, voordat de grond omhoog helt, nog even één keer goed kracht te zetten, dan te stoppen met trappen, vervolgens te schakelen en daarna weer rustig te gaan trappen totdat de ketting goed in het tandwiel loopt.


Obstakels overwinnen

Voordat je kind aan het verkeer kan deelnemen, moet het een aantal obstakels moeiteloos kunnen overwinnen. Boomwortels in het park, een hobbelige weg, gladheid … Met onze tips en een handjevol doelgerichte oefeningen kan je kind ook zulke uitdagingen zonder kleerscheuren de baas!

Tip:

#1: wil je kind obstakels veilig overwinnen, dan moet het een stabiele fietshouding kunnen aannemen: de pedalen horizontaal, een middelhoog tempo, met gebogen benen op de pedalen staan, de heupen recht boven de trapas, de ellebogen licht naar buiten gebogen en de schouders richting het stuur. Zo kan het de schok van oneffenheden goed absorberen, zonder het evenwicht te verliezen.

Tip:

#2: om te voorkomen dat je kind bij stoepranden tot stilstand komt, moet het de fiets al rijdende omhoog kunnen trekken aan het voorwiel. Dat betekent: even stevig trappen en dan een lichte ruk omhoog aan het stuur, dan lukt het wel! Je kind kan daarbij een beetje naar achteren leunen om het voorwiel nog wat meer de hoogte in te helpen.

Tip:

#3: je kind moet ook weten wat te doen bij natheid, bladeren en steenslag op de weg. Fietsen over een gladde ondergrond leer je idealiter op een laag tempo. Laat je kind op een vast stukje weg ontdekken hoe de fiets en de remmen op de gladheid reageren. Geef duidelijk aan waar je kind de fiets tot stilstand moet kunnen brengen.


Helemaal in evenwicht

Bij een langere fietsrit is het fijn als je het zadel wat hoger zit. Je kunt het stukje bij beetje omhoog bewegen, totdat de knie slechts licht gebogen is en je kind alleen met de tenen bij de grond kan. Dat vraagt wel om een goed ontwikkeld evenwicht. Daarvoor hebben we de volgende tips:

Tip:

#1: of je kind nu een hand wil uitsteken bij het afslaan of om vliegjes uit het gezicht te vegen, het moet met één hand net zo stabiel kunnen fietsen als met twee. De eerste pogingen om met één hand te fietsen doe je idealiter op middelhoog tempo op een vlakke ondergrond, zonder te trappen. Laat je kind eerst de greep verslappen en dan kort een hand van het stuur halen om het te laten voelen hoe dat fietst. Vervolgens kan het de hand steeds verder weg van het stuur houden.

Tip:

#2: afremmen zonder met de voeten de grond te raken. Dit oefen je idealiter op een zachte ondergrond. Laat je kind gecontroleerd remmen totdat de fiets stilstaat, zonder dat het met de voeten de grond raakt, om vervolgens meteen weer vaart te maken. Met de pedalen horizontaal is je evenwicht bewaren een fluitje van een cent en wordt dit soort fietsacrobatiek zelfs leuk!

Tip:

#3: met wat kleine ballen en twee emmers kun je je kind spelenderwijs evenwichtstraining laten doen. Zet één emmer op zijn kop en de andere emmer een mooi stukje verderop. Leg op de eerste emmer een balletje. Laat je kind langs de omgekeerde emmer fietsen, het balletje oprapen en naar de tweede emmer doorfietsen om het balletje daarin te gooien.